Songwriting: Het schrijven van liedjes. 

Analyse: Bij een muzikale analyse bestudeer je de vorm, structuur of opbouwen van een tekst, een melodie of een liedje. 

Vorm: Een liedje of een muziekstuk heeft een bepaalde vorm. Een begin(intro) een eind(outro) en alles wat daar tussen zit(bijvoorbeeld coupletten en een refrein). Die vorm kun je weergeven in een vormschema.

Vormschema: In een vormschema geef je de vorm van een liedje of een muziekstuk weer. Hierin benoem je in welke volgorde de vormonderdelen voorkomen.

Vormonderdelen: Vormonderdelen zijn een soort bouwstenen waaruit een liedje bestaat. 

Intro: Het begin van een liedje(meestal instrumentaal).

Couplet: Het couplet is een stuk muziek dat in een liedje vaak herhaald wordt maar elke keer met een andere tekst. De melodie is dus wel hetzelfde.

Refrein: Het refrein is een stuk muziek dat herhaald wordt maar dan met dezelfde tekst. Een refrein is meestal makkelijk te onthouden en mee te zingen.

Bridge: Een stuk muziek dat maar een keer voor komt in een liedje. Dit stuk muziek brengt afwisseling en is vaak het hoogtepunt van het liedje zowel in tekst als muziek.

Solo: Meestal een instrumentaal stuk muziek waar een instrument centraal staat. Dit instrument komt dan boven de rest van de instrumenten uit en speelt een zogenaamde solo.

Outro: Het eind van een liedje. Hiermee sluit het liedje af. Meestal is dit ook instrumentaal net als het intro. 

Hook: De 'hook', in het nederlands 'haak', is een belangrijk onderdeel van een liedje. Meestal is dit een woordje of een zinnetje uit een refrein die heel goed blijft hangen. Daarom noemen we het ook wel de hook. 

Lyrics: Het engelse begrip voor tekst. Een songwriting term die veel gebruik wordt.